‘De wijkagent die zo uitermate geschikt lijkt voor zijn vak en op handen gedragen wordt door de buurt, heeft die status niet zonder slag of stoot verworven.’
Deel 2 van het interview van Rik Moonen met wijkagent Wilco Berenschot.
Wilco pakt zijn boterhammetjes op het politiebureau uit de kast. En vervolgens haalt hij zijn iPad uit zijn tas. “Nu, dan mag jij bepalen waar we heengaan”. Onder toezicht oog van zijn collega’s geeft hij me de iPad met een app met een fel gekleurd rad van fortuin erop. Geen prijzen maar de straatnamen van zijn wijk zijn erop te vinden. “Burgemeester Meineszlaan, noem maar een nummer tussen de 1 en de 119. “Uhm, 59” zei ik en zo gingen we op pad.
Ik vind het prachtig dat hij zo omgaat met zijn vak, maar wordt dit binnen het corps geaccepteerd, vraag ik me af. “Sommige collega’s gaan wel eens mee”, vertelt hij. “Niet allemaal, die vrouw die je net de hand hebt geschud vroeg ik vanmorgen of ze mee ging, maar daar is geen sprake van. Dat is niet omdat ze het niet leuk vindt, het is voor mijn collega’s nu wel normaal wat ik doe, maar het moet je ding zijn.” “Was dat altijd zo?”, vraag ik. Toen volgde een uitgebreid verhaal. Voordat Wilco in deze wijk begon werkte hij in een aangrenzende wijk, zijn houding was toen voor velen al anders, maar werd ook niet begrepen. Resultaat was dat hij daar op een niet zo prettige manier is weggegaan en hij er een smetje op zijn CV aan overhield. Toen is hij een tijdje gewoon brigadier geweest in zijn huidige wijk. Solliciteren naar andere functies binnen het korps was vervolgens ook even lastig. Zo ook toen hij solliciteerde naar een meer coachende rol; het duurde even voordat hier een definitieve ‘ja’ op kwam. Toen het leek alsof de kogel door de kerk was werd er door de korpschef aangegeven dat de huidige wijkagent vertrok. Wetende dat hij voor dit vak was gemaakt heeft hij zijn kans gegrepen.
Het is hem dus niet altijd makkelijk afgegaan, ik kan me ook voorstellen dat Wilco enigszins eigenwijs is en zich houdt aan waar hij voor staat. Dat is gelijk ook het lastige en daar zit hij zichtbaar mee. Wat hij doet is blijkbaar zo anders dat het opvalt, doet hij het daarmee beter als de andere wijkagenten? Voor hem is dat niet aan de orde en dat zal hij ook altijd verdedigen, maar mensen kijken wel naar hem en dat zien zijn collega’s ook. Het hebben van 6000+ volgers op Twitter heeft ook zijn keerzijde. De tijd is hem nu wel beter gezind, denk ik, het is nu algemener geaccepteerd dat je social media inzet voor je werk, ook al is hij de meest twitterende wijkagent die ik ken, ik denk dat dit nu toch wel beter wordt begrepen dan 5 jaar geleden.
Aangekomen bij nummer 59 mocht ik weer kiezen, “A of B?” Ik koos voor B. We belden aan en er deed niemand open. Het leek op het oog een welgestelde straat, waarbij je verwacht dat veel mensen aan het werk zijn overdag en dat bleek. Want na 59a, 61a en -b, 57a en -b, werd er pas bij 55b open gedaan. “Hallo, ik ben uw wijkagent”, zegt Wilco. “Volgens mij heb ik u wel eens gezien”, zegt de vrouw. Wilco had me kort daarvoor verteld over een theorie die Spiral Daynamics heet. Een theorie die ik interpreteerde als een leer die diverse personen op diverse leeftijden middels kleuren koppelt aan een bepaald bewustzijn. Ieder mens houdt zich aan bepaalde dingen vast. Wilco gebruikt deze theorie vooral praktisch en gaat er niet eindeloos boeken voor doornemen. Voor wat ik nu ervan weet was deze vrouw zeker groen te noemen. Bezig met een betere wereld, maar ook relativerend. Ze had een eigen online textielshop en werkte aan huis. Wilco gaf ook nog – voor ik het kon doen – aan dat ik een dagje met hem meeliep. Wilco vroeg de vrouw of hij een foto mocht maken van zijn boterhamzakje op tafel.
We kregen een bakje koffie en ik een boterham met kaas van Wilco. “Ik noem dit Agent bijt hond” zei Wilco tegen de vrouw, die daar zichtbaar om kon lachen. Hij was – buiten dat het zo leuk is – natuurlijk bloedserieus, Agent bijt hond leert hem veel over de wijk. Zo vertelde de vrouw over nieuwe fietsen die telkens in de straat stonden waarvan ze dacht dat ze gestolen moesten zijn en die tijdelijk door jongens in de straat werden gezet en later weer opgehaald. In reactie hierop nam Wilco haar wantrouwen enigszins weg door haar te vertellen dat er onlangs twee jongens opgepakt waren. De vrouw had zelf een foto gemaakt van de jongens, maar een reactie was uitgebleven. Nu wist ze tenminste dat het opgelost was. De vrouw had ook wat angst gehad toen er tegenover haar huis een hennepkwekerij werd opgerold. De deur werd ‘s morgens om 5 uur met een explosief opengemaakt. Deze gebeurtenis had een vreemd gevoel overgelaten omdat ze haar overburen altijd heel aardig had gevonden. Op die twee dingen na was de vrouw eigenlijk heel tevreden over haar buurt en over de politie. Wilco stelde vragen over dit soort items niet direct, zijn verhaal begon eigenlijk heel gewoon bij zijn nieuwsgierigheid naar een grote foto op canvas in haar huis. Een foto van een totem met gebedsvlaggen uit Tibet. Voor deze foto zette ik na afloop van het gesprek Wilco en de dame op de foto. Editie 41 van Agent bijt hond was geslaagd.
Toen we weer buiten stonden moest ik toch even bij Wilco informeren. Mijn vermoeden was namelijk dat zijn politiepak heel erg hielp om mensen hun vertrouwen te winnen. Dit vermoeden bleek terecht. “Ik ben buurtagent en daarmee breng je een bepaald gegeven mee. Wanneer de mensen ergens mee zitten in de wijk dan kunnen we het daar over hebben. Ze kunnen me later ook makkelijk contacten als er iets is. Dat pak verlaagt in mijn geval juist de drempel.”
Rik Moonen
Meer informatie: http://www.nrc.nl/next/van/2014/februari/18/de-agent-heeft-een-stoeltje-vrij-1347489