‘Wilco Berenschot is wijkagent in het Nieuwe Westen. Autoriteit uitstralen is voor hem niet het belangrijkste, als de verbinding met de wijk maar goed is. Dat contact maken is nou precies zijn tweede natuur.’
Een openbare wijktafel… Agent bijt hond… Toen ik van Wilco zijn acties hoorde wist ik gelijk dat ik hem wilde ontmoeten. Ik stuurde hem een privé-berichtje op Twitter. “Rondje door de wijk?”, kreeg ik binnen een uur terug. Bij het politiebureau in de Duivenvoordestraat zouden we elkaar ontmoeten. Wilco liet me binnen en bood me een bakje koffie aan met een stuk boterkoek. Het was net of je bij iemand thuiskwam, zo ontspannen was zijn houding. Wilco praat graag, daar viel niet omheen te komen. Zelf vind ik het belangrijk om ook wat over mezelf te vertellen als ik voor het eerst iemand ontmoet. Een van de dingen die ik aankaartte was dat ik in een van mijn workshops een fotografie-opdracht gebruik om vreemden met elkaar in contact te brengen. Het belang van je kwetsbaar opstellen is iets wat ik mijn deelnemers probeer mee te geven. Wilco blijkt dit in optima forma te benutten in zijn werk. Hij vertelt dat hij naast zijn werk als wijkagent ook les geeft op scholen en veel als coach optreedt. Bij jonge kinderen begint hij vaak met de uitleg over wat een agent zoal bij zich draagt en wat basisvragen over de politie op zich. Zo ook wat het verschil is tussen het 112- en het 0900-nummer van de politie. “Wat denk je dat ze zeggen?” “Spoed of geen spoed”, zeg ik, al vermoedend dat dit veel te voor de hand liggend was. “10 jaar terug zeiden ze dat inderdaad ja, maar een paar jaar geleden hoorde ik steeds vaker de reactie: voor 0900 moet je toch betalen.” Dit was de druppel en gelijk ook de start geweest van Wilco’s houding ten opzichte van de bewoners van zijn wijk vandaag de dag. Zijn connectie met de wijk was destijds nog niet zo hecht, impulsief plaatste hij een berichtje op Twitter, of iemand een tafel en 2 stoelen voor hem had? “Die had ik dezelfde dag nog, toen moest ik er natuurlijk ook wat mee, het was min 6 graden maar ik kon natuurlijk niet eerst wachten tot het mooi weer was. Dus ben ik met de tafel en stoelen aan het Mathenesserplein gaan zitten en heb ik steeds op nieuw mensen bij me aan tafel uitgenodigd. Zo was de ‘Mobiele Wijktafel’ geboren.
We gingen via de achterdeur het politiebureau uit. Wilco is ook zonder zijn mobiele wijktafel al gemaakt voor zijn vak. Terwijl hij mij vertelt over de schrijver Jan Bommerez met zijn boek ‘Kun je van een rups een vlinder maken’ vroeg hij diverse fietsers of ze niet tegen het verkeer in wilde fietsen. Wilco heeft klaarblijkelijk een charisma waar maar weinig mensen boos om kunnen worden, een en al begrip. Steeds meer krijg ik het gevoel dat Wilco wellicht de eerste persoon is die ik tegenkom met een vergelijkbare missie als die van mijzelf. Kun je van een rups een vlinder maken, ik heb er mijn tenen wel eens op stuk gelopen. Dat ik een documentaire maakte over een mooi buurtinitiatief en dat ik dacht, dit kan nog zoveel mooier. Zolang je anderen alleen maar wilt helpen stuit je vaak op weerstand. Waarom? Omdat je er zelf op die manier boven gaat staan. Dat weet Wilco maar al te goed: “Je kunt anderen een duwtje geven, een aanleiding geven om iets te doen”. Met alleen vertellen hoe het moet bereik je niks, je moet een ander de tijd gunnen om iets zelf op te pakken. Zoals ik al zei praat Wilco erg veel en springt hij van het ene in het andere verhaal. Deze verhalen hebben allemaal verband met elkaar en ik kan hem naadloos volgen, toch denk ik dat dit niet voor iedereen zo is. “Ben jij toevallig beelddenker?” vraag ik. “Ja, dat klopt”, zegt hij.
Als zelf ook beelddenker zijnde weet ik als geen ander dat beelddenkers, niet perse zoals de meeste mensen denken ‘in beelden denken’, maar meer last hebben van symptomen als het maken van hele grote sprongen in hun denken. Verbanden leggen die voor een ander niet altijd zijn te volgen, maar voor henzelf volstrekt logisch zijn. Ja als ik zelf niet beter zou weten zou ik denken dat Wilco mijn oudere broer was of mijn vader. Zo werden we op straat ook aangekeken. Dit zal wel iets met ons kapsel te maken hebben schat ik zo…
“Wat is nu het belangrijkste in jouw band met de buurtbewoners?” “Dat ik me kwetsbaar op kan stellen. Het gekke is dat die dingen eigenlijk vanzelf gaan. Soms vind ik het raar dat het niet voor iedereen zo werkt.” Niet iedereen spreekt even gemakkelijk een ander aan. Ook daar kan ik over meepraten. Het is alsof Wilco heel natuurlijk zijn algemene interesse benut. “Lekker sigaartje? Beetje van het zonnetje genieten?”, zo gaat het de hele dag. En meedenken. Zo kwamen we bij een meisje wiens scooter was beschadigd op Koningsdag door de buurvrouw van een paar deuren verder. We klopten aan om in gesprek te gaan, maar de vrouw was niet thuis. Dit was eigenlijk helemaal geen klus voor de politie, maar het punt dat Wilco hier toch even tijd voor maakt helpt. Daar ben ik van overtuigd. Hij geeft het meisje zijn telefoonnummer en andersom en belooft later nog even terug te gaan.
Onderweg terug naar het politiebureau lost hij nog een akkefietje met een buurtbewoner op. Hij had de man een paar dagen geleden aangesproken op de manier waarop hij de weg overstak. Toen hij al een stuk verder was begon de man ineens te roepen en te roepen. Hij had hem niet kunnen verstaan en was teruggegaan samen met zijn collega. Op een gegeven moment riep de man: “Klootzak.” Wilco had nog nooit iemand staande gehouden voor belediging van een ambtenaar in functie, maar zijn collega hield de man direct aan. Later in zijn cel had de man 1 op 1 met Wilco te kennen gegeven dat hij steeds harder was gaan schreeuwen omdat hij dat altijd zo deed. De man was MC en ‘een echte Reggaeman’ zoals hij het zelf omschreef. “Toch maken dit soort dingen best wel wat los in de wijk”, zei Wilco. “Er stonden zeker 60 mensen omheen omdat we zo tegen elkaar tekeer gingen. Ik kreeg de kans ook niet om mijn kant van het verhaal uit te leggen” dus daar ging hij vandaag voor terug. Toen de man niet thuis bleek te zijn ontmoetten we hem voor een toko. Duidelijk onder de indruk van zijn fout was het opstootje al snel vergeven. De man was naar eigen zeggen ook flink terecht gewezen door zijn vriendin. Ik kan de situatie niet helemaal inschatten, of de man nu gedronken had of om een andere reden zo uit zijn plaat ging. Wel heeft het zichtbaar effect dat Wilco op dit soort gebeurtenissen terugkomt. Zijn autoriteit wordt niet bepaald door gezag maar door zijn sociale vaardigheid.
“Hoeveel tijd heb jij eigenlijk?” vraagt Wilco wanneer we verder lopen. ‘Ik heb vanmiddag om 16:00 pas een afspraak”, zeg ik. “Vind je het anders leuk om mee een boterham te gaan eten in de wijk.” Dat laat ik me geen twee keer vragen.
Lees volgende week verder over mijn ontmoeting met Wilco in Agent bijt hond.
Rik Moonen