Bouwkundige ontwerpen intrigeren me. Altijd gaan ze vergezeld van een artist-impression waarop wat boomsprietjes en enkele modale mensen. Op mij ontbeert het aantrekkingskracht en onlangs mocht ik op de Lloydpier ervaren dat echt net zo erg kan zijn als tekening. Nou wordt sinds de Haya Sofia niet meer gebouwd zonder plan. Op zich kan daar dus niet zoveel mis mee zijn. Mijn verhaaltje neemt je deze keer mee in een persoonlijke zoektocht naar geslaagde ontwerpen. Zou je van tevoren kunnen voorspellen wat werkt en wat niet?
Tegenwoordig is tuinieren mijn hoofdvak en het sociale gedoe bijzaak maar ik kom uit een technies nest. Pa was loodgieter op universitair niveau en alle broertjes deden, in zijn voetsporen, op school stinkend hun best. Mij ging het lastiger af en toen ik uiteindelijk het diploma cultureel werker op zak had proclameerde ik me, ter troost van moeders, tot sociaal ingenieur. Plannen heb ik altijd zat gehad, er is er echter zelden eentje uitgekomen. Op de Afrikaandertuin verandert de omgeving razendsnel en als tijdelijk gebruiker maak je van plannen, per definitie, geen deel uit. Toen ik op de tuin begon stond er bovenop, pontificaal, een dichtgetimmerd huis. Die ene eigenaar te midden van corporatiebezit had een eindeloos spel van loven-en-bieden gespeeld. Het wachten zat, was men alvast begonnen met slopen en een ruïne bleef staan als romantisch beeld van wat ooit was. Ik zag ongekende mogelijkheden om er een buitenpodium aan vast te bouwen en keek op mijn neus toen we plotsklaps een slopersploeg op bezoek kregen. We zagen wel wat in de oude balken als bouwmateriaal. Eerst wilden ze die aan ons verkopen maar toen we de rekening voor drie weken koffie presenteerden kwamen we een ruil overeen. We vroegen ze bij vertrek nog even de kraan in te zetten om de gigantiese boomstammen te verleggen naar het nieuwe tuingedeelte. Beetje fantasieloze kampvuurkring hadden ze ervan gemaakt. De kleinere stammen konden we nog verslepen en zo bleven we op een hoefijzer zitten. Collega’s Rik en Renee maakten van dit alles een geniale pergola/muziektent waar we lang plezier van hebben gehad. Helaas niet onbrandbaar.
Bewust ongehuwde managers
In Pendrecht begon ik mijn baantje als opbouwwerker met leeswerk. Bij velen waren de kinderen de deur uit; ‘empty nesters’ die eindelijk ruim en rustig wonen. Instroom vooral van gebroken gezinnen. De eerste dag werd ik al geconfronteerd met de strijd om de publieke ruimte; rozenperken of speelveldjes tussen de flat; kijk- of speelgroen. ’s Avonds zette de jongerenwerker z’n tot jeugdhonk verbouwde RET-bus in de straat en direct vroegen twee assertieve moeders of de kinderen er ook een uitstapje mee naar het strand konden maken. ‘Alleen als ze hun moeder meenemen’, was mijn repliek en zo was ik een week later op stap met 25 kinderen en 5 bewust ongehuwde managers. Het werd een brede beweging van moeders die elkaar steunden met opvoedkundige en praktische hulp. Toen collega Jeanne en ik drie later in de volgende wijk met hetzelfde thema aan de slag gingen werd het een heel ander ding; een opvoedwinkeltje met een vast ritueel van een gedeeld woensdagochtend-ontbijt, dezelfde functie van onderlinge steun stond centraal.
Struikrovers
Ons nieuwe tuinvlak moest gevuld maar Vestia was al in problemen, daar geen hulp te verwachten. Bij de uitverhuizers van de overkant hebben we tuinen leeggehaald en ook op het gemeenteplantsoentje zat geen statiegeld. Struikrovers noemden we onszelf in die tijd. Als je naar TV-tuinprogramma’s kijkt als ‘eigen tuin in puin’ worden bakken met plantgoed stijf tegen elkaar geplempt. Wij zijn meestal aangewezen op noest stekken, scheuren en zaad winnen. Soms hebben we een buitenkansje zoals het leeggetrokken plantsoen waarvan de daglelies nu een barriere vormen tegen de steeds uitwaaierende houtsnipper-stortplaats. Of die containerlading voor de handel afgekeurde narcissen die vanuit de tuin een spoor trekken door de hele wijk. Elk tuinelement heeft zo een eigen verhaal. We proeven al maanden aan een nieuwe ingang nu de Leeuwenkuil leeg is en de verlengde Paul Krugerstraat nieuwe verkeersader. Dat de gemeente onze moestuintjes in de oksel van de dijk gepland heeft, kwam ons daarmee prima uit. Kunst is het toeval in telkens jouw richting te dwingen. Het nieuwe welzijnswerk lijkt aan mij niet besteed; Europese regels die voorschrijven dat je, drie jaar tevoren, beschrijft wat je doet – hoe je het doet – en wat het effect zal zijn. En dat tot cijfers achter de komma? Ik ontvang en begeleid soms studenten, les één die ik ze voorhoud: ‘het is goed om een plan te hebben maar één ding is zeker: het zal altijd anders gaan’.
Frank/Janine
Deze oud-opbouwwerker (m/v) miste de boot ten tijde van de aanbestedingen van het welzijnswerk en wist de bijstand niet te ontlopen. Werk zat maar de regels van de sociale zekerheid zijn zo ingewikkeld dat enig dienstverband onontkoombaar is wil hij/zij het huis niet hoeven opeten.